Tocht van 1929
Barre omstandigheden; -18 tot -10 graden, extreem koud en een felle en snijdende oostenwind
Na 12 jaar mocht er weer een Elfstedentocht gereden worden. Er stonden ruim 300 schaatsers aan de start. Dit keer onder barre omstandigheden; een felle en snijdende oostenwind en met -18 tot -10 graden een extreme kou. De knelpunten zoals botsingen bij Dokkum en het verdwalen van schaatsers op de meren zorgden voor het wijzigen van de route bij een volgende editie.
De wedstrijd
Na de start bereikten Cor Jongert en Nico Pronk als eersten de controlepost in Dokkum. Terug in Leeuwarden lagen Jongert en Pronk met vier minuten voorsprong nog steeds aan kop. Na Leeuwarden ging het mis en werd door een omleiding een afslag gemist waardoor het tweetal een aantal kilometers extra reden. Franeker zag Stienstra en Van Beekum als eerste doorkomen, deze voorsprong werd bij Harlingen snel weer overgenomen door Jongert en Pronk. Het traject Harlingen-Bolsward was zwaar. Door de harde wind was er een laagje stuifzand op het ijs gekomen, waardoor velen de schaatsen moesten slijpen in Bolsward. De stand was inmiddels als volgt: Sjouke Westra en Catharinus en Uiltje Stienstra waren aan kop. Leemburg had flink tempo gemaakt en had in Workum zich bij de kopgroep gereden samen met Westra en Uiltje Stienstra.
Vlak na Workum viel de beslissende slag, Leemburg reed daardoor als eerste Hindeloopen binnen. Door de felle wind op de kale ijsvlakte van de Friese meren kwam Leemburg met 14 minuten voorsprong Sloten binnen. Hij werd verwelkomd met een tweetal saluutschoten door de gemeenteveldwachter De Goede. Onderweg naar Sneek nam Leemburg de tijd om te poseren voor de fotografen en een telegram naar zijn vrouw te sturen. De voorsprong werd kleiner en even na Sneek kwam Leemburg in het vizier van Jongert. Het slechte ijs op de laatste kilometers leek in het voordeel Leemburg, die op Friese schaatsen reed. Onder een staande ovatie gleed Leemburg over de eindstreep. Jongert kwam 8 minuten later binnen, gevolgd door Westra op 39 minuten.
Maar 49,5% van de toerrijders volbracht de tocht. De Siberische kou had veel slachtoffers geëist. Zo bleek bij thuiskomst ook de teen van Leemburg bevroren te zijn, die werd later deels geamputeerd.