Tocht van 1909
22 deelnemers van start met alleen licht van een lantaarn
Met de woorden “nu dan, heren, een goede reis” startte om precies 20 minuten over 5 uur de eerste officiële Elfstedentocht. In de toespraak vooraf van Friesche IJsbond voorzitter Hijlkema benoemt hij dat de Elfstedentocht een uithoudingsproef is en geen wedstrijd. Ook spreekt hij de hoop uit dat de Elfstedentocht zal uitgroeien tot een historische gebeurtenis.
De wedstrijd
De deelnemers starten hun tocht het duister in met als hulpmiddel een carbid-lantaarn aan een stok. Alle deelnemers hebben lange driekleurige linten, in de nationale kleur. De route begon richting Dokkum. Op de donkere tocht over de Dokkummer Ee moeten al vele hindernissen in het ijs overwonnen worden. Onderweg van Leeuwarden naar Franeker breekt het daglicht door. Langs de route staan toeschouwers die zich afvragen of het verantwoord is om in regen en dooi bijna 200km te schaatsen. Na Franeker is het ijs in ‘fondant’ veranderd. Van een aantal deelnemers is zelfs bekend dat ze bijna de gehele afstand Franeker-Harlingen-Bolsward hebben gelopen. Gelukkig is er na Bolsward een veel hardere ijsonderlaag. In Sneek horen Minne Hoekstra en Gerlof van der Leij via een telegram vanuit Stavoren dat ze 25 minuten voorsprong hebben opgebouwd, maar bij het nemen van wat extra rusttijd heeft luitenant T. Rooseboom deze achterstand snel ingehaald.
Tussen de drie mannen ontstaat er een discussie over de eindstrijd. Ideeën als een loting of een tussentijdse sprintwedstrijd worden afgewezen. Het wordt dus hard rijden tot de Leeuwarder controle. Na een valpartij versnelde Hoekstra het tempo. De twee anderen haken af. En zo kwam Hoekstra om tien minuten over zeven gedragen door het publiek als winnaar bij hotel Amicitia aan. De kranten en weekbladen besteden in vergelijking met andere sporten veel aandacht aan deze eerste Elfstedentocht. De Telegraaf, de Nieuwe Rotterdamse Courant en het Algemeen Handelsblad kwamen zelfs met speciale verslaggevers die ook delen van de route mee schaatsten. De eerdere sceptici waren na deze eerste Elfstedentocht erg enthousiast geworden en ook de politiek zag het als een kans om Friesland op de kaart te zetten. Er werd op een volgende tocht gehoopt met ideeën om het te professionaliseren voor een grotere groep rijders.