Tocht van 1942
Derde jaar op rij, verreden tijdens de Duitse bezetting. Extreem koud, veel rijders kampen met bevriezingsklachten
Voor het derde jaar op een rij werd er in 1942 een Elfstedentocht gereden. Ondanks de bezetting van de Duitsers stonden er een recordaantal deelnemers aan de start, waarvan 95% de finish wisten te halen. De Duitsers toonden belangstelling voor de tocht en waren zelfs zeer ingenomen met de sportieve stemming in Friesland. De winnaar van de vorige twee edities, Aukje Adema, kon niet aan de start verschijnen door een borstvliesontsteking.
De wedstrijd
In de vrieskou werd na een late start om 6 uur door de wedstrijdrijders zonder problemen Sneek gehaald. Vlak na IJlst maakte een groep schaatsers een grote fout door op de Wijde Wymerts rechtsaf te slaan. In hoog tempo gingen zij richting Bolsward. Vlak bij de stad kwamen ze achter hun vergissing en keerden zij weer om. De groep was hierdoor kansloos voor de eindzege.
In Sloten werd de kopgroep aangevoerd door Sietse de Groot, Jan van der Bij en Abe de Vries. Ook zij verspeelden tijd door van de route af te wijken. Douwe Leijenaar profiteerde hiervan. Staveren, Hindelopen en Workum zagen hem als eerste passeren. De Groot en Van der Bij, zetten samen met Pier Swierstra en Durk de Jong de achtervolging in. Nog voor Bolsward werd Leijenaar ingelopen en verwelkomde Bolsward de vijfkoppige groep als eerste. Tussen Bolsward en Harlingen werd het tempo verhoogd en haakte Leijenaar af. In Harlingen had het viertal een voorsprong van 7 minuten. Tot en met Dokkum schaatsten de vier met elkaar op. Vlakbij Bartlehiem kwam Swierstra ten val. De andere drie bleven tot aan Leeuwarden bij elkaar. Vlak voor de Noorderbrug zette Sietse de Groot de eindsprint in en werd hij 9 seconden voor Durk de Jong de winnaar van deze Elfstedentocht. Van der Bij werd op 54 seconden de nummer drie.
Bij de vrouwen reden lange tijd Sjoerdsje Faber en Wobkje Kooistra op kop. Antje Schaap werd uiteindelijk de eerste vrouw die de finish haalde.
Vele bevriezingsverschijnselen
Na de tocht kreeg het Leeuwarder Diaconessenziekenhuis een toestroom van slachtoffers door de kou. Veel rijders met bevroren ogen, oren, tenen, handen en zelfs geslachtsdelen. Soms moest er zelfs tot amputatie van tenen overgegaan worden. Drie toerrijders overleden later in het ziekenhuis als gevolg van hun bevroren letsel.